Dal 1988 Agriturismo con passione...
In de heuvels nabij Alseno, tussen Fiorenzuola en Fidenza stichtte de Cisterzijnse monnik Bernardo of Clairveaux in 1136 de abdij Colomba Chiaravalle. Aan het eind van de 12e eeuw was het gebied van de abdij dankzij giften gegroeid tot zo’n 3000 hectare tussen de drie rivieren Po, Adda en Stirone. Het bestond deels uit moerasland dat door de monniken werd gecultiveerd en de landerijen sterkten zich verder uit in deheuvels tussen Piacenza en Parma.De Cisterzijnse monniken kozen het gebied tussen de kastelen van Scipione en Vigoleno, vanwege de rijkdom aan natuurlijke grondstoffen zoals zout. Deze grondstoffen waren erg belangrijk in deze periode waarin de regels voor de handel werden bepaald door de religeuze heersers. Verder was het gebied ook te voet goed bereikbaar.Geschriften hierover van de monik Alberto Allamanno ( Magistro et priore glanzie Cangelasio ) uit 1174 zijn teruggevonden. De omgeving van Salsomaggiore kende toen ook al thermische waterbronnen. Het water bevatte de economisch belangrijke grondstof zout. Het water werd door de monniken gekookt om het zout te winnen. Het is niet helemaal zeker dat de Grangia di Cangelasio ( nu onderdeel van onze boerderij ) werd gebruikt om het zout te winnen. Als opslagplaats werd het gebouw zeker wel gebruikt.Dit blijkt ondermeer uit de zeer oude ontluchting en zonwerende voorzieningen in de gevels van het pand, essentiële voorzieningen voor de opslag van goederen. De nu kenmerkende toren werd circa één eeuw later bij de Grangia gebouwd als uitkijkpunt en bescherming voor het opslagplaats van het dure zout en de landerijen van Pallavicino.De andere gebouwen van de antieke boerderij werden in de volgende eeuwen rondom de Grangia en de toren gebouwd.